Verhalen

 

Lidia | Ema Vaneková

Twee jonge vrouwen op een krukje in de Tilburgse binnenstad: een gezellig ‘onderonsje’ midden in de drukke winkelstraat. Hun vriendelijke blikken gericht op de voorbijgangers die vervolgens ook weer even over hun schouder kijken naar de twee Kunstkameraden. Het is dan ook een bijzonder beeld: de handen van Lidia [21] en kunstenaar Ema Vaneková [22] zijn, net als hun werkbroeken, een kleurig palet met vegen van olieverf.

Het is een vast moment geworden in hun strakke werkroutine. Na het pauzeren worden de rode krukjes voor ‘De Blauwe Dwaas’ opgepakt om weer aan het werk te gaan in Ema’s atelier achterde  galerie. Achter de uitgeknepen tubes verf en opengeslagen kunstboeken staan twee stoeltjes naast elkaar om het werk samen te beschouwen als de kwasten opzij worden gelegd.

Ema vertelt: ’We zijn beiden heel gericht aan het werken en beoordelen: schilderen, afstand nemen, kijken of het goed is en als het goed is, helemaal afstand nemen, ontspannen, dan weer terug en verder werken’.

‘Ik deed dat eerst heel anders’ reageert Lidia dan: “Ema is op de denkwijze gericht. Ik doe gewoon wat mijn handen willen, ik ga met het gevoel mee en ik werd door haar uitgedaagd om eerst na te denken over een plan, over kleurgebruik en materialen’.

Ema lacht: “Het is heel grappig, ik wist voor mezelf altijd dat ik niet kon samenwerken. Maar met Lidia ging dat juist heel goed. Ik heb wel gezocht naar hoe dat ik me dan als kunstenaar wilde verhouden. Ik denk dat het voor iedere Kunstkameraad een kans is om in de wereld van iemand anders te duiken dus we gingen zitten en hebben gekeken naar kunstboeken, naar ‘dit is wie ik ben, dit is hoe ik werk en ik stel Lidia de vragen die ik mezelf stel’.”

Samenwerken met Lidia is alsof we iedere streek van een kwast samen zetten. Door onze gedeelde openheid, kwetsbaarheid en eerlijkheid, was het vanaf ‘moment één’ alsof we samen één waren, met vier handen. We deelden het maken van een werk. Het feit dat we dezelfde leeftijd hebben, maakte het ook heel bijzonder. Qua inhoud en verhouding omdat we met dezelfde dingen bezig zijn, zelf nog in ontwikkeling en zoekende. Het is daardoor nóg meer een gezamenlijk iets geworden”.

Lidia reageert “Ik kan veel meer als dat ik denk dat ik kan. Ik hoef niet persé goed te kunnen tekenen om een goed schilderij te maken. Dat heb ik van Ema geleerd, ik heb meer zelfvertrouwen gekregen. Ik heb veel bewondering voor haar. Ze werkt heel hard en ze kan op een grappige manier ook heel gek doen. Ema is heel erg lief.